• darkblurbg

Financiering

De zorg- en dienstverlening van Levazorg wordt op verschillende manieren gefinancierd. Voornamelijk door gemeenten. Hiervoor heeft Levazorg contracten afgesloten voor het leveren van Zorg in Natura (ZIN).  Tijdens de intake bekijken onze collega's welke financiering mogelijk is en wat beste aansluit bij de hulpvraag:

  • Jongeren van 16 tot 18 jaar kunnen bij ons worden geplaatst als er een geldige beschikking is vanuit de jeugdhulp.
  • Jongeren van 18 t/m 23 jaar kunnen bij ons worden geplaatst als er een geldige beschikking is vanuit de verlengde jeugdhulp.
  • Jongeren van 18 t/m 23 jaar kunnen bij ons worden geplaatst als er een maatwerkovereenkomst is opgesteld (een overeenkomst voor niet ingekochte zorgaanbod door een gemeente)
  • Jongeren van 18 t/m 23 jaar kunnen bij ons worden geplaatst als er een maatwerkovereenkomst is opgesteld (een overeenkomst voor niet ingekochte zorgaanbod door het zorgkantoor)

Woonplaatsbeginsel

Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Het bepaalt ook welke gemeente de jeugdhulp betaalt. Sinds 1 januari 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugd van kracht. Bij interesse in de diensten van Levazorg heeft 'woonplaats de volgende betekenis dat:

  • 1°. De gemeente waar de jeugdige zijn woonadres, bedoeld in artikel 1.1, onder o, van de Wet basisregistratie personen, heeft
  • 2°. ingeval een jeugdige verblijft bij een jeugdhulpaanbieder, pleegouder, in een instelling voor opvang of beschermd wonen als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of in een justitiële jeugdinrichting als bedoeld in artikel 3a van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, of ingeval van jeugdhulp of jeugdreclassering in verband met het verblijf in een justitiële jeugdinrichting: de gemeente waar de jeugdige onmiddellijk voorafgaand aan zijn verblijf zijn woonadres, bedoeld in artikel 1.1, onder o, van de Wet basisregistratie personen, had 
  • 3°. ingeval de woonplaats niet op grond van de onderdelen 1° en 2° kan worden vastgesteld of ingeval bij het in de basisregistratie personen opgenomen woonadres een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 2.26 van de Wet basisregistratie personen: de gemeente waar de moeder van de jeugdige ten tijde van diens geboorte als ingezetene was ingeschreven in de basisregistratie personen, of, indien dit niet kan worden vastgesteld, de gemeente waar de jeugdige werkelijk verblijft op het moment van de hulpvraag.

Deze wijziging van het woonplaatsbeginsel betekent dat, vanaf datum inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel, de nieuwe instroom beoordeeld dient te worden aan de hand van bovenstaand nieuwe woonplaatsbeginsel. Ook de migratiegroep, de zittende populatie van jeugdigen die nu en op datum inwerkingtreding van de wet jeugdhulp ontvangen uit hoofde van de Jeugdwet, valt onder de Wet wijziging woonplaatsbeginsel. Deze groep moet dus her-beoordeeld worden.

 

Stappenplan toepassing woonplaatsbeginsel jeugdzorg (pdf, 47KB)

 

Laatst bijgewerkt: 01 september 2024